Open huis
Een goede vriend van mij had een eigen huis. Een behoorlijk groot huis, net als ik. Hij was, net als ik, sociaal ingesteld en op een bepaald moment in zijn leven opende hij zijn huis voor vreemdelingen. Ik vond het bewonderenswaardig, wat hij deed, en volgde zijn voorbeeld. Er was echter één groot verschil tussen ons. Aangezien ik MIJN huis open stelde voor vreemdelingen vond ik, dat ik het recht had regels op te stellen en aan te geven aan mijn gasten wat ik van hen verwachtte. Mijn vriend deed dat niet. Hij zette de deur open met een bordje waarop stond ‘iedereen welkom’.
Ik had best wat regels. Misschien teveel om op te noemen. Maar de belangrijkste regels voor mij waren dat 1) Iedereen mijn taal spreekt 2) Iedereen zijn/haar best doet het huis schoon en netjes te houden 3) Iedereen meedeelt in de kosten 4) Iedereen elkaar respecteert. Verder behield ik mij het recht voor mensen waarschuwingen te geven, indien ze zich niet aan mijn regels hielden of zelfs uit te zetten.
Iemand stelde mij vandaag nog, naar aanleiding van regel 4, de filosofische vraag: wat betekent het dat iedereen elkaar moet respecteren. Hoe meet je dat? Hoe bepaal je dat? Ik gaf haar het even filosofische antwoord: jouw recht houdt op waar het recht van een ander begint. Elkaar respecteren betekent dat je de grens waar jouw recht ophoudt en dat van een ander begint respecteert (en begrijpt). ‘Kun je een voorbeeld geven?’, was haar reactie.
Ik hoefde niet lang te denken en niet lang terug in de tijd om een voorbeeld te vinden. Ik was deze week naar het zwembad. Het was beredruk. Ik had een vrij plekje gevonden en had mijn handdoeken neergelegd en terwijl de kids het water in gingen, ging ik heerlijk in mijn boekje lezen. Na zo’n twee hoofdstukken in mijn boek, kwamen de mensen die bij de handdoeken naast mij hoorden aangewandeld met een overvloed aan eten. Het waren latino’s. Vrouwen in te kleine bikini’s, mannen met minimaal 20 tatoeages, vervelende kinderen, opa’s en oma’s mee. De hele mikmak. Het zooitje plofte neer op de handdoeken en wat schetst mijn verbazing? Opeens galmt er muziek uit twee middelgrote speakers. Spaanstalige muziek. Enrique Iglesias, Shakira, Jennifer Lopez, Daddy Yankee, Wisin & Yandel, Don Omar. De commerciële shit, zeg maar. Voordat de irritatie opwelde, was ik eerst vooral verbaasd. Verbaasd dat ze die speakers meegenomen hadden. Dat ze thuis na hadden gedacht en besloten hadden dat ze speakers mee gingen nemen naar een overvol zwembad om daar lekker te gaan genieten van HUN muziek. Ook was ik verbaasd over de reacties van de mensen om mij heen. Of liever gezegd: het gebrek aan reactie. Niemand die op of om keek. Het leek alsof dit tafereel de normaalste zaak van de wereld was. Ik verbaasde me erover dat deze mensen blijkbaar geen ene reet te maken hadden met het recht van anderen om rustig een boekje te lezen, rustig een beetje te zonnen of een normaal gesprek te voeren met een partner, kennis, familielid of kind. Toen mijn verbazing plaatst had gemaakt voor irritatie en ik ervan baalde dat ik er serieus over na dacht mijn spullen te pakken en een ander plaatsje te zoeken, gebeurde er echter iets wonderbaarlijks. Naast de latino’s zat een groep Marokkanen. Het waren de enigen die ook een soort van verbazing hadden laten zien toen ik een rondje langs te gezichten ging. Het waren een stuk of tien Marokkanen. Maar het zou me niet verbazen als er zeker nog 50 andere Marokkanen in het zwembad op de één of andere manier in contact stond met deze groep. Ze haalden uit een tas twee speakers tevoorschijn. Groter dan die van de latino’s. Even zoeken op de iPod en toen ging de Arabische muziek aan. Waar ik me normaal gesproken erger aan dit soort gedrag en al helemaal aan Arabische kutmuziek, was het nu de eerste keer dat ik een behoorlijke glimlach op mijn gezicht kreeg. Ik had ogen te weinig om alle reacties in me op te nemen. Waar het in de latino-groep tot voor kort behoorlijk zonnig was geweest, stonden de meeste gezichten binnen een mum van tijd nu op onweer. Er gingen dreigende blikken richting de mokers. Er werd druk overlegd door de latino’s. De vrouwen leken hun mannen te sommeren iets aan dit asociale gedrag te gaan doen. Twee latino’s stonden op en gingen richting de Marokkanen. Ik kroop dichterbij om het goed te kunnen verstaan. De latino’s vroegen of de muziek zachter kon. Één Marokkaan nam het woord. ‘Waarom wil je dat ik mijn muziek zachter zet? Vind je mijn muziek niet mooi?’ ‘Jawel, maar wij luisteren naar andere muziek en die kunnen we nu haast niet meer horen’ Mijn verbazing groeide wederom in rap tempo. Ik kon me niet voorstellen dat iemand zo ‘ignorant’ kon zijn. ‘Als je mijn muziek wel mooi vindt, kun je ook jouw muziek uitzetten en naar mijn muziek luisteren’ De glimlach op mijn gezicht verscheen weer. Een glimlach, omdat ik het mooi vond hoe hij het aanpakte. ‘De vrouwen willen graag naar andere muziek luisteren’ ‘Oh, ja, dan heb je een probleem. Misschien moet je een dan een rustiger plekje zoeken? Misschien thuis, ofzo?’ Oef. Recht in zijn stompzinnige latino harses. De latino stond letterlijk met zijn bek vol tanden. Hij zocht naar een reactie, maar hij had er geen. De Marokkaan was niet alleen scherp als een mes, maar toonde vervolgens ook nog een beetje mededogen met de arme latino, die voor schut stond voor zijn hele aanhang. ‘Ik zit je maar te fucken, vriend. Maar luister, de mensen om jullie heen hebben last van jullie muziek. Mensen verstaan het niet en mensen willen er niet naar luisteren. Ze zijn niet naar het zwembad gekomen om naar jullie muziek te luisteren. Ik weet het goed gemaakt. Als jullie de muziek uit doen, doen wij het ook’ Het was de beste deal die de latino kon maken, dus stemde hij ermee in. De Marokkaan kreeg een staande ovatie. Dus: jouw recht houdt op waar het recht van een ander begint. Elkaar respecteren.
In het begin was er vrijwel geen verschil tussen wat er in onze huizen gebeurde. Mijn vriend stelde geen regels, maar de gasten in zijn huis leken de dingen, die ik van mijn gasten verlangde, vanzelfsprekend te vinden. Het stellen van regels werkte soms averechts, had ik het gevoel. Het voelde soms alsof mijn gasten minder bereid waren dingen met mij te delen. Dat ze mij op een afstand hielden. Dat ze mij niet wilden integreren in hun levens. In het huis van mijn vriend was alles zeer amicaal. En mijn vriend leerde veel sneller andere culturen kennen, aangezien iedereen in zijn huis zichzelf was gebleven en deed wat ze in hun eigen huis ook zouden doen. Ik twijfelde of ik misschien wat soepeler had moeten zijn of zou moeten zijn. Maar mijn gevoel zei, dat dit de enige manier voor mij was.
Het duurde een aantal jaren, voordat er langzaamaan iets begon te veranderen. Ik zag mijn vriend regelmatig, maar hij leek niet zo levendig meer. Het leek alsof er zorgen op zijn schouders rustten. Hij klaagde ook veel meer dan voorheen. Eigenlijk klaagde hij vroeger nooit. Maar nu klaagde hij altijd als ik hem zag. En de klachten gingen altijd over hetzelfde: zijn huis. Zijn gasten hadden zich al die jaren zo vrij gevoeld, dat ze hun eigen manier van leven geïmplementeerd hadden in zijn huishouden. Hij had zich er in het begin niet zo aan gestoord, maar naarmate hij ouder werd, werd het hem duidelijk dat hij toch wel erg hechtte aan zijn eigen gewoontes. Gewoontes die in zijn eigen huis niet meer ‘gewoon’ waren. Sterker nog, zijn ‘gasten’ gingen heel langzaamaan dingen van hem verwachten en eisen stellen. Ze eigenden zich zijn huis als het ware toe en begonnen de regels te bepalen in zijn huis.
Het geklaag werd erger en erger en mijn vriend kwam op het punt dat hij niet meer in zijn eigen huis wilde wonen. Hij kwam regelmatig bij mij logeren, omdat hij zich beter op zijn gemak voelde bij mij. Op een avond hadden we een goed gesprek en hij zei me dat ik er goed aan had gedaan vanaf het begin regels te stellen en consequent te zijn. Hij vertelde dat hij het in het begin best raar vond om te zien hoe ik regels stelde en dat hij absoluut niet in zag waar dat goed voor was. Dat hij me soms zelfs wel wat bekrompen had gevonden. Maar nu dat hij terugkeek en zag wat er in zijn huis gebeurd was, had hij spijt dat hij het niet net zoals ik aangepakt had. Hij vroeg mij die avond of hij in mijn huis mocht komen wonen. Ik zei tegen hem: ‘mijn huis is open voor iedereen, maar er zijn regels.’
Ik wens jullie een fijne week.
No Response
Laat een bericht achter
Er zijn nog geen reacties geplaatst.