Welkom bij de nieuwe website van Jee Seri sluiten ×
+

Bunschenbergh

We gaan een jaar of 150 terug in de tijd. Wat veel mensen niet weten is dat er een groot mentaal ziekenhuis genaamd Bunschenbergh stond in de polder van Noord-Holland. Ongeveer halverwege Wognum en Obdam stond een kolossaal fort. Een ondoordringbare vesting. Alle ‘gekken’ uit heel Nederland werden hier opgeslagen. Je kunt niet zeggen dat ze hier woonden of leefden. Het devies was: opgeruimd staat netjes. Er bestond geen administratie. Er werden geen dossiers gemaakt of bewaard. Het enige dat bewaard is gebleven uit die tijd zijn de verhalen van de medewerkers. Maar goed, als we praten over een jaar of 150 geleden, dan is dat dus al zo’n 5 generaties geleden. Dus in de tijd dat de grootouders van de grootouders van mijn ouders opgroeiden. De meeste verhalen zijn dus, logischerwijs, verloren gegaan.

Ik kom uit een schrijversfamilie. Er zijn meerdere schrijvers in mijn familie. Dat is ook een van de redenen dat ik onder een alias schrijf. Niet zozeer omdat hun reputatie mij zou schaden, maar meer omdat ik niet de reputatie van mijn voorvaderen wil schaden. Toen, niet lang geleden, mijn opa overleed werd mij gevraagd of ik wilde helpen zijn zolder een beetje te ordenen. Hij was 93 en woonde nog zelfstandig, wat bewonderenswaardig is. Maar zijn zolder was een totale chaos. Ik ben er ruim een maand fulltime mee bezig geweest om alles te inspecteren. Honderden, zo niet duizenden boeken. En wellicht nog meer kladblokken of, zoals ze vroeger heetten: notitieboekjes. Ik ben een hele langzame lezer, dus ik heb niet alles van alle notitieboekjes gelezen, maar op een zondagochtend stuitte ik op een interessant uitziend notitieboekje. Het was het enige van die zolder dat ik die zondag in mijn hand heb gehad. In dit notitieboekje stond een uitgebreide omschrijving van, naar ik aanneem, velen van de ‘patienten’ uit dit mentale ziekenhuis. Het ‘Nederlandsch’ uit die tijd was uiteraard heel anders dan het Nederlands zoals we dit nu kennen. Maar de opa van mijn overgrootvader was, zo ontdekte ik, een kennis van de taalgeleerden Matthias de Vries en Lammert Allard te Winkel, die samen aan de basis stonden van het welbekende ‘groene boekje’, dus zijn ‘Nederlandsch’ was behoorlijk goed te noemen. Het had dus erger gekund. Een korte greep uit de omschrijvingen die ik in zijn notitieboekje vond (gemoderniseerd):

Marie, 33 jaar, rookt, vloekt en zuipt als een ketter. Marie rookt alles wat ze kan roken. Een blad van een boom, gras, kruiden. Waar ze haar hand op kan leggen gaat op in rook. Ze bezigt woorden die ik nooit in mijn leven eerder gehoord heb. Ze is een taalkundig genie. Ik heb voor het eerst deze woorden gehoord en volgens mijn vrienden Matthias en Lammert zijn dit nieuwe woorden die een plaats verdienen in het taalkundig magazijn: ‘builenkop, laaielichter, rapalje, vlegel, knijter, drommels, lorrebaal’.

Anna, 24 jaar, heeft twee (aan)gezichten. Een moment is ze vrolijk, het volgende moment is ze de meest trieste persoon die men zich in kan denken. Zij is zo slim, dat ik er bang van wordt. Zij weet meer dingen dan ik in mijn hele leven zal kunnen leren. Zij is een gevaar voor zichzelf. Er bestaat geen school voor haar. Er bestaat geen werk voor haar. Zij ontstijgt het menselijke denkniveau. Ze bezit ook creatieve talenten. Ze kan wonderbaarlijk mooi tekenen en tekent mijn gezicht alsof het een foto is. Ik heb gehoord dat ene James Clerk Maxwell voor het eerst een foto met kleuren heeft weten te maken. Dat is ongelooflijk, maar een onwetende zou een tekening van Anna niet van een foto van Dhr Maxwell kunnen onderscheiden. Als Anna verdrietig is, wil ze zichzelf pijnigen. Ik ben bang dat ze zich haar eigen leven wil ontnemen.

Louisa, 37 jaar, hoort verschillende stemmen in haar hoofd. Zij is de meest eerlijke en pure persoon die iemand zou kunnen ontmoeten. Een keer had ze haar kamer geverfd met haar eigen ontlasting. We vroegen haar waarom ze dat had gedaan. Ze zei dat ze het een prachtige kleur vond. De geur stoorde haar blijkbaar niet. Ze trekt continue al haar kleren uit als ze water ziet. Ik moet haar dan vaak achterna om haar er weer uit te halen. Ze is vaak heel helder en dan vertelt ze hoe moeilijk ze het vindt dat de stemmen in haar hoofd haar dingen laten doen die ze later behoorlijk absurd vindt. Maar het zwemmen, zo zegt ze, is iets dat ze altijd wil. Alle stemmen lijken het met elkaar eens te zijn met betrekking tot dat onderwerp.

Jan, 28 jaar, sterk als een beer. Jan is een zoete man. Hij heeft geen idee hoe sterk hij is. Maar hij vindt het prachtig om aan nieuwe bewoners te laten zien dat hij een deur uit het kozijn kan trekken. Hij heeft ons als heel wat nieuwe deuren gekost. Jan huilt vaak. Het lijkt mij dat hij zijn gevoelens niet de baas is en dat ieder detail hem kan beroeren.

Ik heb begrepen dat het ‘ziekenhuis’ in het jaar 1876 onder druk is gezet haar deuren te sluiten. De opvatting was dat ‘zieken’ alleen maar zieker zouden worden in het bijzijn van andere zieken. Het idee was dat alle patienten verdeeld zouden worden over heel Nederland en dat ze daardoor gedwongen zouden worden zich te gedragen zoals hun omgeving. Nergens is iets terug te vinden over Bunschenbergh. Maar feit is dat de ‘gekken’ zich verspreid hebben over het land. En wellicht dat die beslissing heeft bijgedragen aan een wat draaglijker en interessanter Nederland. Ik zou ze overigens niet ‘gek’ noemen. Ik vind ‘menselijk’ een betere term.

Fijne week, allen!

Share : facebooktwittergoogle plus
pinterest



No Response

Laat een bericht achter


Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Laat een reactie achter