Beter goed gejat dan slecht verzonnen
Als stukjesschrijver, blogger of columnist (pick your favorite word) schrijf ik niet alleen, maar lees ik ook meer dan wanneer ik niet schrijf. Soms kom je stukjes tegen die lijken op wat je zelf denkt of soms zelfs wat je zelf geschreven hebt. Soms kom je iets tegen met hetzelfde onderwerp of dezelfde strekking. En soms kom je iets tegen dat je zelf graag had willen schrijven, maar nooit gekund zou hebben. Dat gebeurde me deze week. Een brief van een vader (of een moeder) aan zijn (of haar) zoon.
De originele tekst is in het Spaans. De auteur volgens ‘het internet’ onbekend. Er circuleren verschillende versies op het internet en het origineel is wellicht nog een stuk langer dan de versie die ik heb gekozen. Ik heb er een ‘vrije’ vertaling van gemaakt:
“BRIEF AAN EEN ZOON
Het was een ochtend als zovelen. Ik werd, zoals wel vaker, chagrijnig wakker. Ik berispte je, omdat je treuzelde bij je ontbijt. Ik schreeuwde tegen je, omdat je bleef spelen met je bestek. Ik werd kwaad op je, omdat je kauwde met je mond open. Je werd zenuwachtig van mijn gemopper en daardoor morste je melk over je kleren. Woedend trok ik je aan je haar richting je kamer en heftig duwde ik je je kamer in, zodat je je kon omkleden. Op de weg naar school was je stil. Je zat naast me in de auto en staarde naar buiten. Aangekomen bij school stapte je stil de auto uit. Ik riep je na dat je je moest gedragen op school. ‘s Middags, eenmaal thuis na een dag hard werken, zag ik je spelen in het plantsoen voor de deur. Je had nieuwe kleren aan, maar deze waren vies en nat door het buiten spelen. In het bijzijn van je vriendjes zei ik je dat je moest zorgen dat je kleding en schoenen niet vies zouden worden; dat je niet erg dankbaar leek voor de nieuwe kleren die je van je ouders kreeg. Ik stuurde je naar binnen om je om te kleden en terwijl we naar huis liepen zei ik je dat je rechtop moest lopen. Later, in huis, bleef je lawaai maken tijdens het spelen en rennen. Tijdens het eten gooide ik mijn servet op tafel en stond woedend op, omdat je maar door bleef spelen. Ik sloeg met mijn hand hard op de tafel en schreeuwde dat ik je gedrag niet meer kon verdragen en ging naar mijn slaapkamer. Na een poosje begon mijn woede te vervagen en kon ik helderder denken. Ik realiseerde me dat ik ernstig had overdreven en ik had het verlangen om naar beneden te gaan om je een knuffel te geven, maar kon niet. Hoe kan een vader, na het maken van een dergelijke scène, zijn berouw en ongelijk tonen? Toen hoorde ik een klop op de deur. ‘Binnen!’ zei ik, aannemend dat jij het was. Je opende heel langzaam de deur en op de drempel van de kamer bleef je twijfelend staan. Ik keek je serieus aan en vroeg je: ga je slapen? Kom je welterusten zeggen? Je gaf geen antwoord. Je liep langzaam met je kleine pasjes mijn kant op en opeens, zonder dat ik het verwachtte, versnelde je je pas om liefdevol in mijn armen te duiken. Wij omhelsden elkaar. Met een brok in mijn keel voelde ik je kleine kwetsbare lichaam tegen de mijne. Je handjes hielden mijn nek stevig vast en je gaf me zachtjes een kus op mijn wang. Ik had het gevoel dat mijn ziel brak. Tot morgen Papa, zei je.
Wat ben ik aan het doen? Waarom wanhoop ik zo gemakkelijk? Ik was gewend om je te behandelen als een volwassene, om je te zien als mijn gelijke. Maar mijn gelijke ben je zeker niet. Je hebt een aantal kwaliteiten die ik mis: je bent authentiek, zuiver, oprecht, goed en vooral: in staat om je liefde te tonen. Waarom kostte het mij zo veel moeite? Waarom had ik de gewoonte altijd boos te zijn? Waarom laat ik me zo snel gaan? Waarom verwacht ik zoveel van jou? Ik was ooit ook een kind. Wanneer ben ik begonnen besmet te raken met het ‘volwassen-virus’?
Na een poosje ben ik naar je kamer gegaan en heb een lampje aangedaan. Je was diep in slaap. Je mooie gezicht was rood, je mond een beetje open, je voorhoofd nat. Je zag er hulpeloos uit, als een baby. Ik leunde naar voren en raakte je wang aan met mijn lippen. Je adem was schoon en fris. Ik kon niet stoppen met huilen en sloot mijn ogen. Één van mijn tranen viel op je huid, maar je verroerde je niet. Ik knielde neer naast je bed en vroeg je om vergeving in stilte. Ik bedekte je benen voorzichtig met je dekentje en verliet je slaapkamer.
Lieve jongen, ooit zul je begrijpen dat geen enkele pappa of mamma perfect is. Maar ik hoop vooral dat je je zult realiseren dat ik, ondanks al mijn fouten, meer van je hou dan van mijn eigen leven.”
Iemand zei mij ooit: we krijgen kinderen, zodat we iemand op deze wereld hebben van wie we meer kunnen houden dan van onszelf. Die persoon heeft wat mij betreft een nominatie op zak voor ‘de Nobelprijs voor de waarheid’.
Ik wens jullie een liefdevolle week.
No Response
Laat een bericht achter
Er zijn nog geen reacties geplaatst.